|
|
Jij zult sterren hebben zoals niemand anders ze heeft …
Als jij 's nachts naar de hemel kijkt,
zal het zijn
alsof alle sterren lachen.
Omdat ik op een van die sterren woon
en omdat ik lach.
Alleen jij zult sterren hebben die kunnen lachen.
En als je je er eenmaal mee verzoend hebt (en je raakt er altijd mee verzoend),
dan zul je blij zijn dat je me gekend hebt.
Je zult altijd mijn vriend zijn
en je zult samen met me willen lachen.
En dan zul je van tijd tot tijd het raam opendoen,
zomaar voor je plezier …
En je vrienden zullen heel verbaasd zijn
je te zien lachen terwijl je naar de hemel kijkt.
Dan zeg je tegen ze:
"Ja, de sterren maken me altijd aan het lachen."
Alles is anders geworden. Alles leest anders. Zelfs 'De Kleine Prins' kan niet op tegen de invloed en kracht van Veerle.
Als je het verhaal nog eens wil lezen, dan kan je dat hier.