Als behandeling krijgt Veerle radiotherapie, gecombineerd met chemotherapie (Temodal) en daarna een aansluitende chemotherapie (ook van Temodal). De radiotherapie bestond uit een driepuntsbestraling van 60 Gy in dertig sessies van 2 Gy ter hoogte van het corpus callosum.

De bestraling wordt voor Veerle uitgesmeerd over een periode van 6 weken. Het begint 31 augustus en de laatste bestraling krijgt ze op 13 oktober.

Het bestralingsschema

Omdat we dicht bij AZ Gasthuisberg wonen, wordt de bestraling ingepland tussen 08.00h en 09.00h 's morgens. (Andere lotgenoten komen van verder en zitten dan nogal eens vast in de ochtendfile naar Brussel). Omdat de radiotherapie gecombineerd verloopt met een chemoteherapie moet Veerle nuchter blijven tot de bestraling.

In het begin wordt de bestraling dan ook steeds gevolgd door een tripje naar Leuven om daar ergens te ontbijten. Ook was het afwisselend één van haar zussen, mama of papa die meegingen. De routine zoveel mogelijk doorbreken was de bedoeling. Want 30 x lijkt niet veel, maar als je van eind augustus tot midden oktober 5x per week naar het ziekenhuis moet, dan kan je er maar beter iets plezierigs van maken. Op het laatste wordt het lichamelijk toch allemaal wat zwaar.

De bestraling duurt zoiets van 15 minuten. Veerle zorgde er steeds voor om dan een liedje in haar hoofd te hebben dat enthousiast en stevig was. Kwestie van de endorfinekes ook te laten meewerken.

Trouwens, de bestralingsafdeling is kleurrijk en vrolijk. Er liggen grote puzzels waar je kan aan werken als je moet wachten. Op zich is het geen bedrukte sfeer die er daar hangt. (De laatste bestraling vieren we door met de ganse familie te gaan ontbijten in 'De Werf' op het Hogeschoolplein.)

De therapie

Radiotherapie is (anders dan chemotherapie) een plaatselijke behandeling. De stralen beschadigen het genetisch materiaal van de cel. Dat betekent dat bestraling zijn effect haalt bij de afremming van celdeling.

Het is de celdeling die onmogelijk gemaakt wordt waardoor de cel dan afsterft. Een gemiddelde tumorcel deelt zich niet dagelijks; dus het duurt even voor het effect van de bestraling zichtbaar wordt.

Driepuntsbestraling

De driepuntsbestraling moet dienen om zo goed mogelijk te kunnen richten op de tumor en om zo min mogelijk schade in het gezonde weefsel aan te richten. De kankercellen zijn zwakkere cellen omdat ze het reparatiemechanisme van gewone cellen missen. Maar dat betekent niet dat gewone cellen ook niet afsterven door de bestraling. Bij een grillige tumor, zoals de gliomen, worden de gewone cellen evenzeer bestraald. Omdat de celdeling van normale cellen veel langzamer is als tumorcellen en de cellen resistenter zijn tegen de bestraling is de schade beperkter.

Het masker

Natuurlijk is de positie van het hoofd tijdens bestraling erg belangrijk. Daarom wordt een masker gebruikt: dat masker is speciaal aangepast aan Veerle. Het masker wordt vastgemaakt op de bestralingstafel zodat de positie van het hoofd steeds dezelfde is.

Veerle Hier ons Veerleke met het masker, dat ze mee naar huis kreeg op het eind van de bestraling. (Datzelfde masker zal trouwens ook weer gebruikt worden bij de herbestraling een jaar later.)

Denk eraan als je het misschien niet helemaal snapt: over de invloed van bestraling op de tumor en het omgevende weefsel is nog maar weinig bekend. Het merendeel is proefondervindelijk vastgesteld en beschreven zonder het onderliggend mechanisme helemaal te kennen.

De dosis

1 Gray = 1Gy =1m² / s² = 1 J/kg of 1 Gray is gelijk aan de absorptie van een joule stralingsenergie door een kilogram materie. (Bij gebruik van Gray wordt alleen de bestraling beschreven onafgezien wat er bestraald wordt. Bij het gebruik van Sievert gaat men het effect op de verschillende materies meenemen. Bij radiotherapie doet men dat niet blijkbaar.) In elk geval is 60 Gy zowat het maximum waaraan je mag blootgesteld worden gedurende je hele leven.

De totale dosis straling die nodig is om een tumor te vernietigen, kan niet in één keer worden gegeven. Om te voorkomen dat door bestraling te veel gezonde cellen worden beschadigd, wordt bij bestraling de totale dosis over een groot aantal kleinere porties verdeeld. (De laatste bestraling vieren we door met de ganse familie te gaan ontbijten in 'De Werf' op het Hogeschoolplein.)

Het corpus callosum of de hersenbalk is een structuur in de hersenen die de twee hersenhelften met elkaar verbindt en zorgt dat ze informatie kunnen uitwisselen. De tumor van Veerle bevond zich midden in dat gebied zoals je ook op de foto's van De Vijand kunt zien.

Bijwerkingen van de bestraling

Acute bijwerkingen (tijdens bestraling) en subacute bijwerkingen (tot 12 weken na bestraling) zijn vooral vermoeidheid, haaruitval, misselijkheid en hoofdpijn als gevolg van een zwelling rond de tumor.

De gestegen hersendruk door zwelling en oedeem van het bestraalde materiaal wordt tegengegaan door corticoïden (de befaamde Medrol).

Voor Veerle was het vooral de vermoeidheid die zo langzamerhand naderbij sluipt in haar leven.

Haaruitval

Veerle En natuurlijk de haaruitval. De haaruitval is niet volledig. De bestraling gebeurt langs drie kanonnen en dus is de haaruitval ook op twee maal drie plaatsen op haar hoofd; namelijk daar waar kanonnen de schedel binnendringen en daar waar ze naar buiten komen. Na een drietal weken bestraling beginnen de plukjes haar op haar hoofdkussen te liggen bij het ontwaken. Het geeft haar de kans om met hoofddoekjes te experimenteren. Alhoewel ze de haaruitval niet echt kon waarderen, was het terugkomen van het haar weer echt momenten van blijdschap en grollen maken.

Pseudoprogressie

Pseudoprogressie is een van de moeilijke woorden om te zeggen dat het effect van de bestraling moeilijk te interpreteren is onmiddellijk na de bestralingssessies. De radiotherapie zorgt voor veranderingen in en rond de tumor die op beeldvorming doen uitschijnen dat de ziekte is verergerd. In werkelijkheid is de contrasttoename die men ziet het gevolg van locale inflammatoire weefselreacties, oedeem en toegenomen vaatpermeabiliteit. Men ziet dit meer naarmate de behandelingsintensiteit stijgt. Daarom is de eerste MRI na de radiotherapie niet erg veelzeggend.

Bijwerkingen van de middelen tegen de bijwerkingen

Corticoïden gaan de zwelling te lijf. Natuurlijk hebben die corticoïden ook weer hun nevenwerkingen. Over Medrol (voor mij wondermiddel en gruwel) is er nog een apart hoofdstukje.

Maar het is natuurlijk zo dat elk geneesmiddel zijn nevenwerkingen heeft. Spijtig genoeg zijn er voor de patiënt geen hoofdeffecten en neveneffecten; er zijn alleen effecten. Dat wordt door wetenschappers en pharmacologische industrie nog vaak niet begrepen.


Wat ze ontelbare malen zei: Don't worry, be happy!