Waar zit de tumor?

De tumor bevindt zich bij Veerle aan de onderkant van de hersenbalk en de bovenkant van de derde ventrikel. Hij lijkt verder uit te groeien naar de voorkant van de hersenbalk (van truncus naar splenium toe). De tumor heeft twee grote cystes gevormd, elk met een volume ter grootte van 2 eetlepels.

Er is vernauwing van de aquaductus, het kanaal naar de vierde ventrikel. En ook groei naar de twee laterale hersenkamers of ventrikels (eerste en tweede ventrikel.) Naar het einde toe (vanaf augustus 2012 en dan veel sneller vanaf october 2012) gaat de tumor verder langs de hersenstam en zo naar de ruggegraat.

Als je iets meer wil weten van de tumor, moet je maar verder lezen op De Vijand. Hier gaan we verder met het mechanisme van hersendruk.

Hoe zijn hersenen opgedeeld?

De hersenen bestaan uit twee hersenhelften (hemisferen), een linker en een rechter, gescheiden door de 'interhemisferische' spleet. Tussen beide delen zijn verbindingen: de hersenbalk of corpus callosum.

Hersenkamers
Hersenkamers

Binnenin de hersenen zijn er ook met hersenvocht gevulde ruimten, de laterale hersenkamers (ventrikels). Daar vindt men ook hier en daar kleine vlokkige structuren (plexus choroideus) die het hersenvocht aanmaken. Dat hersenvocht komt vanuit het bloed dat door de hersens stroomt. Dat is ook het probleem van de tumor in deze zone: er zijn hier veel aders en van daaruit krijgt de tumor zijn voeding.

Elk van de laterale hersenkamers is langs een kleine opening, de foramen van Monro, verbonden met de 3de hersenkamer.

De aqueduct is een fijn kanaaltje dat de 3de hersenkamer verbindt met de 4de hersenkamer. De vierde hersenkamer is driehoekig en mondt uit langs een ander fijn kanaaltje tot buiten de hersenen naar de ruggengraat toe.


Hoe loopt het hersenvocht?

Hersenvocht Hersenvocht Hersenvocht

1. Het hersenvocht wordt aangemaakt door de plexus vooral in de laterale hersenkamers,
2. stroomt door de foramina van Monro,
3. door de 3de hersenkamer,
4. door de aqueduct van Sylvius,
5. door de 4de hersenkamer,
6. door de foramina van Luschka en Magendie,
7. tot in de ganse subarachnoidale ruimte rond hersenen en ruggenmerg,
8. waar het terug opgenomen wordt in het bloed door de granulaties van Pacchioni.

De twee nauwe foramina van Monro, de dunne aqueduct van Sylvius en de aqueduct naar de kleine foramina van Luschka en van Magendie zijn de plaatsen waar de kans op storing van de stroming van het hersenvocht het grootst is, omdat daar de doorgangen van nature reeds heel klein zijn.

In het lichaam van een volwassene is er ongeveer 150 milliliter hersenvocht. Er wordt ongeveer 20 milliliter per uur aangemaakt, dat betekent een halve liter per dag. De hoeveelheid die aangemaakt wordt is onafhankelijk van de hoeveelheid die terug opgenomen wordt (de resorptie).

Is er een probleem met de stroming, dan gaat de aanmaak toch verder. Dan ontstaat er een opstapeling van hersenvocht en krijgt men verhoogde hersendruk. Veerle heeft hier herhaaldelijk problemen mee gehad.

De plexus choroideus (die in de twee thalami zitten) is de belangrijkste bron van hersenvocht terwijl een klein gedeelte door het hersenweefsel zelf wordt aangemaakt. Die plexus bestaat uit gespecialiseerde bloedvaatjes (haarvaatjes) die los hangen in het vocht van de hersenkamers. In de wand van die bloedvaatjes zijn er microscopisch kleine gaatjes waar de bloedcellen niet doorheen kunnen. Alleen het water komt er doorheen. Dat noemt men passief ultra filtraat: de wand van die bloedvaatjes is dus een heel dun zeefje dat alle bestanddelen van het bloed tegen houdt behalve het water. Daarnaast is er een actieve secretie: de cellen van de bloedvaatjes van de plexus scheiden ook vocht af. Dat is water met natrium, een van de hoofdbestanddelen van keukenzout, en bicarbonaat.

De aanmaak van hersenvocht is geringer overdag dan 's nachts. Vooral in de tweede helft van de nacht wordt er meer dan 20 milliliter per uur aangemaakt terwijl dat overdag minder dan 20 milliliter per uur is. Waarom dat zo is, weet men nog niet maar zou men heel graag weten, want voorlopig kan de geneeskunde aan de aanmaak van het hersenvocht nog niet veel doen.

Veerle had dan ook telkens 's morgens problemen.

Waarom dit hersenvocht

Het hersenvocht heeft verschillende taken:

  1. Bescherming van de hersenen
    De hersenen worden omringd door het hersenvocht en hangen als in een watertank. Hierdoor worden schokken sterk afgezwakt.

  2. Bescherming tegen drukveranderingen.
    Er zit ongeveer 100 milliliter hersenvocht in de schedel en 50 milliliter in het wervelkanaal. Bij drukveranderingen in de schedel wordt er hersenvocht geduwd vanuit de schedel naar het wervelkanaal, waardoor de druk binnenin de schedel vermindert.

  3. Elektrische isolatie
    In de hersenen is er een intense verspreiding van elektrische signalen van cel tot cel. Dat kan doordat het hersenvocht, waarin de hersencellen liggen, omzeggens alleen water bevat met wat natrium en bicarbonaat. In ons bloed zitten 60 tot 70 gram eiwitten per liter, die echter niet kunnen doordringen tot in het hersenvocht. Als daarin het eiwit gehalte toch hoog wordt, vertraagt en verzwakt dat de elektrische signalen in de hersencellen.

  4. Bescherming tegen giftige stoffen
    Er is een barrière tussen het bloed en het weefsel van de hersenen en tussen het bloed en het hersenvocht: bloedhersenbarrière en bloedliquorbarrière. Dat betekent dat alle stoffen die in het bloed terecht komen, en dat kunnen ook eens verkeerde stoffen zijn bijvoorbeeld als we iets verkeerd eten, tegen gehouden worden aan de kleine openingetjes van de haarvaatjes en dus niet doorgelaten worden noch tot het weefsel van de hersenen noch tot het hersenvocht.

Dit heeft wel een nadeel: ook vele medicamenten komen er niet door. Dit verklaart dat chemotherapie minder effect op hersentumoren heeft dan voor vele andere tumoren.

En nu de opbouw van de hersendruk

Er wordt dus hersenvocht aangemaakt in de twee thalami en dat vocht is onttrokken aan het bloed daar. Dat hersenvocht wordt weer afgevoerd naar het bloed. Die resorptie is passief: het gebeurt doordat de druk in het hersenvocht iets hoger is dan de druk in de aders. Er is dus geen pompactiviteit in de granulaties van Pacchioni. Het hersenvocht dringt daarin naar binnen en sijpelt door naar de bloedbanen. Als er hersenvocht bijgemaakt wordt dan gaat de druk een fractie stijgen, waardoor dan iets meer vocht naar het bloed wegloopt. Dat gaat zo de hele dag door. Uiteindelijk komt dat hersenvocht dus, een halve liter per dag, terug in het bloed.

De druk in het hersenvocht verspreidt zich in de hersenen over de ganse schedel. De schedel is voor de hersenen en het hersenvocht een gesloten doos met als enige uitweg het wervelkanaal langs het achterhoofdsgat waar het ruggenmerg uit de hersenstam ontspringt. In die schedel zitten drie dingen: de hersenen, het hersenvocht en het bloed in de bloedvaten.

Het volume van de hersenen is ongeveer anderhalve liter, dat van het hersenvocht 100 milliliter en dat van het bloed normaal ook 100 milliliter. De intracraniale druk is normaal 8 tot 15 cm waterkolom boven de atmosfeerdruk. Die druk zorgt voor de stroming en de resorptie van het hersenvocht.

Hersendruk Elk volume dat er in de schedel bijkomt, doet die intracraniële druk stijgen. Bij Veerle is dat de tumor en zijn cystes die groter worden. Op andere plaatsen in het lichaam is er steeds een mogelijkheid tot uitzetting. De symptomen worden nergens veroorzaakt door drukverhoging, tenzij in de hersenen. Daar verklaart de drukverhoging een groot deel van de symptomen en van de storingen in de werking van de hersenen.

De intracraniële druk stijgt niet lineair. Het verloop is exponentieel. Bij een eerste toename van volume stijgt de druk niet. Er komen volumes bij, maar bestaande volumes worden verplaatst naar plaatsen buiten de schedel. Bij een beginnende tumor in de hersenen bijvoorbeeld wordt een deel van het bloed uit de bloedvaten geperst en het hersenvocht uit de ruimten als kamers, kanalen, subarachnoidale ruimte... Deze worden wat platter gedrukt en dat geeft samen een compensatie-volume van bijna 200 milliliter. Zolang slechts een beperkt deel daarvan is ingenomen, is er weinig of geen drukverhoging. Naarmate de tumor groeit, wordt het compensatie-volume opgebruikt. De bloedvaten, kanalen, ... worden platgedrukt en een volumeverhoging van 5 milliliter van de tumor veroorzaakt dan wel een stijging van de druk van het hersenvocht van 5 mm waterkolom. Maar als alle bloedvaten, kanalen, ... volledig dichtgedrukt zijn, geeft een verdere toename van het tumorvolume een heel snelle stijging van de intracraniële druk. Alle compensatie-volume is opgebruikt. Als deze maximum druk een paar minuten aanhoudt, kan dat onherstelbare schade aan de hersenen of zelfs de dood betekenen .

Natuurlijk voel je al iets als de tumor aders toeduwt of de holle ruimtes in de hersenen begint te verkleinen. Veerle is drie weken voor haar diagnose nog op vakantie in de Pyreneeën, samen met haar zus Goele. De vakantie was heel fijn, maar 's ochtends stond ze op met hoofdpijn als een soort van zware band rond haar hoofd. Waarschijnlijk wordt de bloeddoorstroming daar al gehinderd door de cystes van de tumor.

Tien dagen voor haar opname in de spoed heeft ze last van braken. Waarschijnlijk zijn de cystes dan aan het drukken op het hersengebied waar de braakreflex zit.



Wees niet blind voor morgen, maar leef vandaag